BETON
PERFECTIE DOOR IMPERFECTIES

In deze handleiding zal een uitleg worden gegeven over de kwaliteiten van de plantenbakken. Het een en ander zal worden onderbouwd met foto’s.
Als eerste zal een toelichting worden gegeven op het materiaal beton. Wat is beton, welke esthetische eisen kunnen eraan worden gesteld en hoe kan met dit materiaal het beste onderhouden.

1. INLEIDING
Beton is een eigenaardig materiaal. Het heeft een eigen aard. Die eigen aard is zeer veelzijdig en daardoor soms tegenstrijdig. Beton is een constructief bouwmateriaal met potentiele esthetische kwaliteiten. In veel betontoepassingen komen die esthetische kwaliteiten niet aan de orde. Bij schoon beton gaat het nadrukkelijk wel om de esthetische kwaliteiten. Schoon beton is de verzamelnaam voor alle beton waaraan bewust esthetische kwaliteiten worden gesteld.

De constructieve kwaliteiten van beton laten zich uitstekend beschrijven in termen van druksterkte en duurzaamheid. Veel lastiger is het de esthetische kwaliteiten te specificeren. De kleur of tint is niet homogeen en niet constant. In de oppervlakte zijn aftekeningen van bekistingsmaterialen of uitvoeringsmethoden niet altijd te voorkomen; de uitvoering is mede bepalend voor het esthetische resultaat

De veelvormigheid en veelzijdigheid van beton maken het onmogelijk een handleiding te verschaffen waaruit een keuze kan worden gemaakt en waarvoor de specificatie kunnen worden overgenomen. Toch is er in de ontwerp en productiepraktijk een duidelijke behoefte aan benoeming en specificatie van schoonbeton. Een eenduidige specificatie is immers de basis voor goede afspraken en kwaliteitsbeheersing.

Om aan deze behoefte tegemoet te komen, verscheen in 2004 CUR-aanbeveling 100 “Schoon beton” , in 2013 is hiervan de tweede, herziene versie van uitgebracht. Hierin zijn aanbevelingen gedaan voor specificatie en beoordeling van schoon beton. Een nuttig hulpmiddel voor het maken van afspraken in woorden en getallen. Maar wat nog ontbreekt is een inspirerend overzicht van de esthetische mogelijkheden in schoon beton, gericht op de ontwerper, de producent, de opdrachtgever en/of de eindgebruiker.

Met deze handleiding willen wij die leemte vullen met een inspirerend overzicht in beeldvorm van sferen en expressies. Het doel van deze handleiding is niet alleen “inspireren”, maar ook het kweken van begrip voor het materiaal beton. Begrip voor de eigen aard van beton is nodig om de balans te vinden tussen ambitie en beperking; de balans ligt bij technische haalbaarheid en economische betaalbaarheid. Daarom biedt deze handleiding ook praktijkgerichte informatie over de techniek en het uitvoeringsproces van schoon beton. De bedoeling is met deze informatie de communicatie tussen de diverse partijen te verbeteren en daarmee ook de kwaliteit van het resultaat. Niet slechts met oog voor de schoonheid van het betonoppervlak, maar ook met meer besef van de mogelijkheden, de knelpunten, de haalbaarheid en de kwaliteit binnen het proces van totstandkoming.

1.1 BETON
Beton bruist. Beton is al lang niet meer het grijze constructie materiaal dat schuil gaat achter een decoratieve huid. De esthetische kwaliteiten van het materiaal zelf zijn (her)ontdekt. Beton kan onze zintuigen prikkelen. Kleurrijke texturen, exotische profileringen of oppervlakken die bewust ruig verweren, die licht doorlaten; voor sommige ontwerpers kan het niet expressief genoeg. Anderen zoeken het juist in de terughoudendheid van strakke, sobere vlakken en volumes die een serene sfeer creëren, zoals de plantenbakken. De esthetische mogelijkheden van beton zijn haast eindeloos. Het materiaal lijkt kneedbaar in elke vorm, van ragfijne ruimtelijke structuren tot robuuste monoliet en alles wat daar tussen zit.

1.2 VAN BEELD NAAR TECHNIEK
Deze handleiding heeft verschillende doelen. Het is een ‘smaakmaker’ om wie dan ook enthousiast te maken voor de esthetische kwaliteiten van schoon beton. Daarnaast geeft deze handleiding technische informatie hoe deze esthetische kwaliteit tot stand komt. Deze handleiding is niet vanuit de techniek opgezet, maar vanuit het beeld. Oftewel het esthetische beeld vertaald naar de techniek. Voordat het esthetische beeld wat ons voor ogen staat ook daadwerkelijk kan worden gerealiseerd, moet eerst de vraag worden beantwoord: Welk beeld is dat precies? Pas dan kan er een antwoord komen op de vraag: Hoe is dat beeld in hoogwaardige kwaliteit beton uit te voeren? Omdat de ontwerper, de producent en de eindgebruiker elk een eigen taal spreken, is de beantwoording van die vragen meestal ingewikkelder dan het lijkt. Met de handleiding willen we een brug slaan tussen de wereld van deze partijen, met als doel de onderlinge communicatie te verbeteren. Omdat het uitvoeringsproces van grote invloed is op de kwaliteit van het resultaat, zal communicatieverbetering de uitgevoerde kwaliteit zeker ten goede komen

1.2.1 BEELD
Beton kan in acht “sfeerbeelden” worden ingedeeld waar we in paragraaf 1.2.2 op terugkomen. Fragmenten van het gerealiseerde werken, laten zien hoe de sfeerbeelden zijn vertaald naar de realiteit van prefab of in het werk gestort beton. Een sfeerbeeld is niet alleen bedoeld als uiterlijke referentie, maar “omschrijft” ook de emotionele expressie die van het resultaat in beton wordt verwacht. Globale technische informatie geeft een indruk van de aspecten waarmee ontwerpers in de beginfase rekening mee moeten houden.

1.2.2 DEFINITIES SFEREN EN EXPRESSIES
Hoewel elke definitie of indeling van het uiterlijk van beton voor discussie vatbaar is, geeft deze indeling in acht sferen wel een beeld van het huidige spectrum van de esthetische mogelijkheden. De indeling in sferen dient bovendien nog een ander doel. Het definiëren van uitstralingstypen kan de communicatie tussen ontwerper, producent en consument vergemakkelijken. Ook al is de definitie misschien niet sluitend, het feit dat er een zichtbaar aanknopingspunt is, waarover kan worden gediscussieerd / gesproken, voorkomt al veel misverstanden.
*  Ruig;
Kenmerken oppervlak: ruig, ruw, grillig
Kenmerken vormgeving: robuust, monoliet
Benadrukt de grove karaktereigenschappen van het materiaal en het productieproces van beton
*  Sober, glad;
Kenmerken oppervlak: glad, gaaf
Kenmerken vormgeving: sober, puur, sereen, vlak
Natuurlijke eigenschappen van beton als materiaal zelf staan centraal
*  Natuur, bewerkt als natuursteen;
Kenmerken oppervlak: uiterlijk als bewerkt natuursteen, glad polijsten, frijnen, boucharderen
Kenmerken vormgeving: rijk, kostbaar natuursteen decoratie
Ingrediënten van beton ingezet om de gewenste kleur, textuur of patroon in het oppervlak te creëren.
*  Natuur/cultuur, textuur van een ander materiaal;
Kenmerken oppervlak: kunstmatige textuur van andere materialen met behulp van mallen
Kenmerken vormgeving: beton blijft soms zichtbaar , soms nauwelijks van het oorspronkelijke materiaal te onderscheiden
*  Natuur, gecultiveerd;
Kenmerken oppervlak: vormen uit de natuur als inspiratiebron voor textuur of reliëfstructuur
Kenmerken vormgeving: relatie met beton als materiaal secundair
*  Cultuur, abstract;
Kenmerken oppervlak: reliëf, textuur, abstracte geometrische vormen, textuur oppervlak glad, gelijkmatig, geen afwijkingen gewenst
Kenmerken vormgeving: relatie met beton als materiaal abstract
*  Cultuur, 3D sculptuur;
Kenmerken oppervlak: divers als beeldhouwwerk
Kenmerken vormgeving: driedimensionale kwaliteit van decoratief ornament tot monoliete sculptuur
*  Cultuur, ruimtelijk structuur;
Kenmerken oppervlak: divers
Kenmerken vormgeving: constructieve vormgeving gecombineerd met esthetische uitstraling, zowel monoliet als opgebouwd uit delen die te samen de totale ruimtelijke structuur vormen.

We zullen in deze handleiding onszelf toeleggen op de sfeer “ Sober. Glad”, omdat dit het beste aansluit op het product plantenbakken.

Hieronder hebben we een aantal fragmenten van gerealiseerde projecten in combinatie met een overzichtsfoto om weer te geven hoe de sfeerbeelden zijn vertaald naar de realiteit van prefab of in het werk gestort beton.

 

   

Betonoppervlak
Beton is bij uitstek geschikt voor een minimalistische vormgeving. Bovendien creëren de ingetogen grijstinten van het pure, naakte betonoppervlak samen met de monoliete textuur, haast vanzelf een serene sfeer. Het materiaal is bescheiden, vraagt geen aandacht, blijft op de achtergrond. Daarnaast kan een glad, dicht en porievrij oppervlak een bijdrage leveren aan het krachtige effect dat een minimalistische vormentaal oproept. Als het oppervlak zeer dicht is, voelt het oppervlak, na het ontkisten en zonder nadere bewerking, “aaibaar” glad aan. Deze esthetische kwaliteit is niet alleen lastig onder woorden te brengen, maar ook lastig te beheersen. De natuurlijke uitstraling van beton hangt immers nauw samen met de kleurverschillen en de onregelmatigheden in het oppervlak. Enerzijds worden tintverschillen uitgelegd én gewaardeerd als de onvermijdelijke imperfectie van het materiaal. Anderzijds wordt verlangd deze imperfectie zoveel mogelijk binnen de perken te houden omwille van het esthetische resultaat. Het ruwe bouwmateriaal is tegelijkertijd ook het afbouwmateriaal. Dat vraagt van de ontwerpers, producenten en de eindgebruikers een specifieke benadering en kennis van de materiaaleigenschappen. Na het ontkisten wordt het beton in principe niet meer bewerkt. Aanvankelijk zal het betonoppervlak nog vochtig zijn en daardoor vlekkerig. Beoordeling van kleurverschillen is pas mogelijk na enige tijd, als een evenwichtsvochtgehalte is bereikt. Cosmetische afwerkingen zijn eventueel mogelijk bij incidentele onvolkomenheden die groter zijde dan de afgesproken marge.

Productiemethode
Gladde oppervlakken zijn goed te realiseren met gladde stalen, houten en/of kunststof maloppervlakken in een starre en flexibele uitvoering. Voor het realiseren van sterk afgeronde hoeken en strakke belijningen moeten de maldelen volledig gesloten en zeer continue van vorm zijn. De enige beperking bij de vormgeving van elementen is dat de mal gelost moet kunnen worden. Dit kan gerealiseerd worden door de maldeling aan te brengen, op het breedste punt van het betonproduct of door het toepassen van een combinatie van een flexibele met een starre mal. Op deze wijze kan de mal naad naar een punt worden verplaats waar deze niet of nauwelijks zichtbaar is.

Betonsamenstelling
Omdat poriearme of porievrije oppervlakken het strakke uiterlijk positief beïnvloeden zal de betonsamenstelling daarop afgestemd zijn. Dat geldt ook voor de eisen aan de kleur van het oppervlak. Doormiddel van het toevoegen van pigmenten aan het betonmengsel zijn vele kleuren goed te realiseren. Donkere kleuren zijn lastiger duurzaam te produceren. Oppervlakte behandeling met een beschermende, transparante coating kan helpen om de kleur intensiteit te behouden. Donker antraciet is extra gevoelig voor kleurverschillen, daarnaast zal per element altijd enigszins een kleurverschil optreden. De CUR 100-2013 in combinatie met een aantal proefstukken geeft een indicatie van de mate waarin kleurverschil per element optreedt.
Ook moet er rekening worden gehouden met enige kalkuitslag. Kalkuitslag is een lastig fenomeen, dat ondanks voortschrijdende technologie nog steeds niet volledig kan worden voorkomen. Kalkuitslag veroorzaakt een lichtgrijze waas op het oppervlak, wat vooral ontsierend is op donkere betonkleuren.

Kleur
Als er geen bijzondere eisen zijn gesteld aan de kleur, is beton grijs, de kleur van het cement. Er bestaat niet één kleur grijs, maar een waaier van grijstinten. Vele factoren hebben invloed op de uiteindelijke grijstint. Zo zijn grijstint verschillen tussen opeenvolgende storten bijna onvermijdelijk, Het is daarom aan te bevelen om stortonderbrekingen te voorkomen. Wit cement is een speciale cementsoort die beton weliswaar niet puur wit maakt, maar zich wel duidelijk onderscheidt van grijs cement en grijs beton. Zo zal het oppervlak van nat grijs beton veel donkerder verkleuren dan nat beton met wit cement. Pigmenten kunnen kleur geven aan beton. De kleur intensiteit is afhankelijk van het pigment-gehalte en de cementsoort. Met wit cement ontstaat de meest heldere kleur. Afspraken over de kleur of tint van beton moeten per project worden gemaakt aan de hand van proefstukken op basis van de middelen en grondstoffen die voor het project beschikbaar zijn.

2. VAN SFEER NAAR SPECIFICATIE

2.1 INLEIDING
Eigenlijk willen we het ontwerpproces rond de ‘sferen van schoon beton’ de vrije gang laten gaan. Dit proces van vaak grensverleggende verkenningen van het materiaal beton wens je niet te verstoren met richtlijnen. De ideeën van opdrachtgevers en ontwerpers en hun creatieve proces in de keuze van beton veranderen gelukkig voortdurend. Toch zal na het proces van ontwerpen en creëren het proces moeten starten van realiseren. Dan vragen de aspecten van contractvorming, kosten, tijd, maakbaarheid en duurzaamheid de aandacht. Dit kan niet zonder regelgeving en richtlijnen.

De ontwerpresultaten van de architect en de constructeur zullen worden weergegeven in de projectspecificatie van het project. Voor oppervlakken met bijzondere esthetische eisen geldt klasse B. De eisen Voor klasse B moeten in de projectspecificatie nader zijn opgenomen. Bij bijzondere toepassingen zal de ontwerper zijn eisen onder ‘klasse B’ moeten omschrijven. We kunnen echter ook gebruik maken van de richtlijn: CUR-Aanbeveling 100, Schoon beton – criteria voor de specificatie en beoordeling van betonoppervlakken (2013).
Het eerste deel van deze aanbeveling geeft richtlijnen voor de ontwerper om zijn ideeën en eisen goed te formuleren/specificeren. Het tweede deel geeft aanwijzingen voor een goede uitvoering door de producent en de beoordeling van de betonoppervlakken. Een belangrijke richtlijn is de grijsschaal. Dit is een staalkaart met grijstinten voor het beton uiterlijk. Hiermee is het mogelijk om vooraf een streefwaarde vast te leggen en achteraf te beoordelen. De richtlijn is in 2004 tot stand gekomen door een samenwerking van de belangrijkste marktpartijen bij de realisatie van schoon beton, namelijk de ontwerper (architect en constructeur), de aannemer (uitvoering, mortellevering en bekisting) en de prefab industrie. Het kan een basis zijn voor heldere afspraken over de gewenste kwaliteit en de kwaliteitsbeheersing.

Het belang van de richtlijn CUR 100 is dat er in een vroeg stadium van het project kan worden nagedacht over de specifieke wensen en eisen en de daarbij behorende kosten. Deze moeten dan in de project specificaties tot uiting komen, zodat de producent een realistische aanbieding kan maken.

Bij het herzien van de CUR-aanbeveling in 2013 is gebruik gemaakt van de ervaring die sinds 2004 is opgedaan, dit heeft geleid tot verbeteringen en aanvullingen, zoals:
*  Er is meer aandacht voor het specificeren van de wensen
*  De klasse B1 en B2 zijn verduidelijkt
*  Er wordt een coördinator schoonbetonwerk geïntroduceerd als spin in het web
*  De bijbehorende CUR-grijsschaal-beton is aangepast

2.2 BETONOPPERVLAKTEKLASSEN
Voor het specificeren en beoordelen van de oppervlakken van beton wordt gebruik gemaakt van de klassenindeling B1, B2 of B9 van de CUR-aanbeveling.
*  Klasse B1, bijzondere esthetische eisen beton, geprefabriceerd en/of ter plaatse gestort volgens CUR-aanbeveling 100; hoge eisen
*  Klasse B2, bijzondere esthetische eisen beton, geprefabriceerd volgens CUR-aanbeveling 100; zeer hoge eisen
*  Klasse B9, vrije keuze t.a.v. esthetische eisen beton, geprefabriceerd en/of ter plaatse gestort volgens CUR-aanbeveling 100; project specifieke eisen

In het geval van de plantenbakken zal er een combinatie worden gemaakt van Klasse B2 en B9.

In de CUR-aanbeveling zijn de oppervlakte eisen per klasse nader weergegeven. Zo zijn er criteria voor bekisting, betonoppervlak en betonverwerking. Deze criteria zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de basistabel van de VBU (voorschriften Beton Uitvoering). Toegevoegd zijn de aspecten die voor schoon beton van belang zijn. Hierbij zijn grenzen gesteld aan de in de praktijk beheersbare of vermijdbare afwijkingen. Bij klasse B2 is aansluiting gezocht bij de richtlijn BOBB van Belton (uniforme criteria voor oppervlaktebeoordeling beton). De opzet van de klassenindeling en de opzet van de aanbeveling sluiten aan bij de richtlijn die men in Duitsland gebruikt: ‘Merkblatt Sichtbeton, Fassung 2004’.

2.3 OPZET CUR-AANBEVELING ‘SCHOON BETON’
Bij de opzet van de CUR-aanbeveling is in grote lijnen gekozen voor een opzet met aanbevelingen voor de ontwerper die de projectspecificaties moet opstellen en aanbevelingen voor de prefab producent van schoonbeton, in onze situatie de plantenbakken. Specificeren is: wat wil de opdrachtgever, voor welke kosten en met welke resultaten? De producent gaat de resultaat verplichting aan en bedenkt de recepten om de resultaten te verwezenlijken. In de inleidende hoofdstukken van de aanbeveling is informatie gegevens over de termen, definities en classificatie. Onderstaand volgen enkele essentiële onderdelen van de aanbeveling.

2.3.1 PROJECTSPECIFICATIE VOOR SCHOON BETON
De projectspecificatie is de omschrijving waarin door of namens de opdrachtgever de eisen zijn vastgelegd die gelden voor het uiterlijk van het schoon beton en/of de te gebruiken materialen zoals betonmortel, kleurstoffen, bekisting etc.. Deze eisen vormen dus de basis van het contract met de prefab producent voor de realisatie van de beton producten in ‘schoon beton’.

2.3.2 REFERENTIEPROJECTEN, PREFABPLATEN EN PROEFSTORTEN
Bij het specificeren van het uiterlijk kan men gebruik maken van verschillende methoden om tot een keuze van het oppervlak te komen. De volgende methoden kunnen in de projectspecificatie worden aangehouden:
*  De eigen omschrijving van het uiterlijk
*  De verwijzing naar een al gerealiseerd referentie project
*  De verwijzing naar overeen te komen proefplaten of proefstorten.
In die gevallen dat de ontwerper een zo gewaardeerde nieuwe weg inslaat en komt tot bijzondere esthetische eisen, is het raadzaam om dit te doen via proefplaten of proefstorten.
Deze proeven kunnen samen met de ontwerper, prefab producent en de opdrachtgever worden opgezet. Het is raadzaam dit te doen voordat de projectspecificatie wordt afgerond. De resultaten van de proeven en de daarbij behorende kostenaspecten en keuringscriteria kunnen dan daarin worden omschreven.

2.3.3 CLASSIFICATIE EN GRIJSSCHAAL
Er is in de CUR-aanbeveling een classificatie opgegeven voor typen van oppervlakken, bewerkingen, betonspecie en cementkeuze. Veel hiervan is terug te vinden op de foto’s (betonsferen) in deze handleiding. Om een richtlijn te verkrijgen bij de keuze van de kleurstelling van het oppervlak van ‘grijs beton’, is er een grijsschaal opgenomen in de CUR-aanbeveling. Door een streefwaarde in de projectspecificatie vast te leggen (licht, donker etc.) kan een tijdige discussie worden gevoerd in het stadium van de contractfase en de kostenbepaling. Dit om te zien wat haalbaar is binnen de randvoorwaarden van het project en het gewenste kwaliteitsniveau. Classificaties en grijsschaal zijn nodig om de kostenaspecten van de uitvoering goed te kunnen overzien. Maar let op: de grijsschaal (papier) mag niet worden gebruikt als de absolute kleurstelling van beton. De karakteristieke schakering in kleur en textuur in het betonoppervlak van ‘grijs beton’ zorgen voor de uitstraling die het schoon beton zo aantrekkelijk maken. Essentieel zijn de vooraf overeen te komen proefplaten of proefstorten.

2.3.4 PRESTATIE-EISEN
De prefab producent is vrij in de keuze van de werkmethoden (bekisting, betonmengsels, opslag- en transportwijze) waarmee hij aan de prestatie-eisen voor ‘schoon beton’ uit de projectspecificatie kan voldoen. Hierbij zijn ervaring. Vakmanschap en referenties in de vorm van proefplaten en proefstorten van groot belang. De prestatie eisen voor schoon beton moeten daarom in het contract goed zijn geformuleerd door de ontwerpers. De prestatie eisen voor betonmortel en daarmee ook voor schoon beton hebben betrekking op:
*  Sterkteklasse en milieuklasse / duurzaamheid
*  Oppervlakteklasse bijvoorbeeld klasse B1, B2, B9 en nadere esthetische eisen.
Op basis van deze gegevens formuleert de opdrachtgever zijn prestatie-eisen naar de prefab producent. De producent is verantwoordelijk voor de keuze van de grondstoffen en de te bereiken verwerkbaarheid van de mortel, maar daarbij dus ook de vrijheid in werkwijze.

2.4 BEKISTING
De prefab producent kiest de bekisting waarmee hij aan de prestatie-eisen uit de projectspecificatie kan voldoen. Belangrijk hierbij is dat de bekisting of mal goed lossend moet zijn om beschadigingen bij het ontkisten te beperken. In de projectspecificatie moet de worden aangegeven waar de deel naad van de mal wordt gepositioneerd, te gebruiken materialen van de bekisting, de afwerking van het oppervlak van de bekisting etc.. Bij prefab beton wordt veelal een maltechniek gekozen waarbij onvolkomenheden bij naden en hoeken/rondingen tot een minimum beperkt kunnen worden. De aandacht bij prefab beton richt zich daarnaast meer op maatbeheersing. Bij prefab beton is het wel van belang dat er in de project-specificatie als is aangegeven welke oppervlakte-eisen aan de vertikale en horizontale vlakken (stort- en afwerkzijde in de mal) worden gesteld.

2.5 BETONSPECIE
De prefab producent kiest de mortelsamenstelling waarmee hij aan de prestatie-eisen uit de projectspecificatie kan voldoen. Het gekozen cement (type en hoeveelheid), de hoeveelheid fijne delen (zand en vulstoffen) en de water-cementfactor bepalen de esthetische kwaliteit van het betonoppervlak. Door BeConcrete wordt een zelfverdichtende beton toegepast. Bij deze betonmortel is geen verdichtingstechniek (trilnaalden) nodig om een dicht en esthetisch oppervlak te verkrijgen. De keuze voor een bepaald type betonspecie is een verantwoordelijkheid van de prefab producent.

2.6 KEURING EN CONTROLE
Na het ontkisten en op een overeen te komen tijdstip moeten de oppervlakken worden beoordeeld en getoetst aan de eisen uit de projectspecificatie cq. overeengekomen proefplaten. Veelal vindt een eerste keuring plaats na het ontkisten en een tweede keuring net voor de aflevering van het product.

2.7 HERSTEL VAN ONVOLKOMENHEDEN
Het algemene uitgangspunt bij schoonbeton moet zijn dat na het ontkisten het resultaat moet voldoen aan de overeengekomen uitgangspunten. Reparaties zijn ongewenst omdat aftekeningen hiervan nooit helemaal zijn weg te werken. Ondanks goed geformuleerde project specificaties en inspanningen van de producent kan het gebeuren dat de resultaten niet overal voldoen aan de verwachtingen. Men moet dan toch kunnen kiezen voor hersteltechnieken. Reparaties zijn te onderscheiden in constructieve reparaties (grindnesten, dichtheid, dekking enz.) en cosmetische reparaties. Bij schoonbeton zal overwegend sprake zijn van cosmetische afwerkingen en reparaties.

2.9 TOT SLOT
Hoe fraai, bruut of robuust mag een beton oppervlak zijn? Is het patina van de vervuiling aan het oppervlak juist mooi ? is een grindnest erg? Betonoppervlakken met een bijzondere esthetische structuur laten zich moeilijk vatten in richtlijnen. Ook zullen architecten toepassingen blijven vinden waarvan we nu nog geen weet hebben. Zorg blijft dat deze ideeën in een project specificatie moeten worden omschreven, zodat er een verantwoorde prijsvorming en productietechniek kan worden bereikt. Hierbij is het van belang dat er een goede afstemming is tussen de verschillende partijen voordat de prijsspecificatie wordt afgerond. Het betonoppervlak zal altijd een grote uitdaging blijven. Een oppervlak waarvan het ambacht, zorg en liefde voor het vak van afstralen. De CUR-aanbeveling 100; 2013 geeft hiervoor alle ruimte en aanwijzingen.

3. AFWERKING EN ONDERHOUD

3.1 AFWERKING

Alle plantenbakken worden mat afgewerkt met een minerale lazuur coating. Het mat en duurzaam afwerken en het beschermen van oppervlakken lijken in eerste instantie tegenstrijdig te zijn met elkaar. Er wordt niet direct gedacht aan toepassing van dampdoorlatende afwerklagen. Maar esthetiek, dampdoorlatendheid, duurzaamheid en bescherming kunnen wel degelijk hand in hand gaan. Maar met minerale coatings blijft de structuur en het karakter behouden. Deze coating is eenvoudig te vernieuwen bij beschadigingen, waarbij het opnieuw schuren of stralen van het oppervlak niet nodig is.
Deze coating kan op elk nieuw horizontaal mineraal oppervlak worden toegepast, zowel binnen als buiten, met behoud van de structuur en het karakter van de ondergrond. Het product is niet filmvormend en dringt in de poriën van de minerale ondergrond. Eenmaal aangebracht is het product uitstekend bestand tegen mechanische beschadigingen, 100% kleurecht, vergeelt niet en vertoont geen filmvormende onthechting. Tevens zorgt deze coating voor een verharding cq. versteviging van de toplaag van de minerale ondergrond.

3.2 ONDERHOUD VAN DE PLANTENBAK

Beton
Voor het material beton is er geen onderhoud noodzakelijk om de levensduur van de steen te verlengen. Om esthetische redenen kan het gewenst zijn om de plantenbakken te reinigingen en te onderhouden. Hieronder zijn een aantal aandachtspunten en tips vermeld.

Punten van aandacht:
Kies het reinigingsmiddel zorgvuldig. Aangeraden wordt ook nog een testje uit te voeren op een gedeelte van de plantenbak dat uit het zicht is, om na te gaan of het oppervlak niet wordt beschadigd. In de regel is het beter twee maal te reinigen met een minder agressief, langzaam werkend product, dan éénmaal met een agressief, snel werkend product.

Gebruik geen schuurspons of schoonmaakmiddelen met schurende bestanddelen of zuurhoudende schoonmaakproducten. Zuren zoals: antikalk-middelen, (schoonmaak-)azijn, kalkoplossers, cementsluierverwijderaar, zoutzuur etc., deze moeten zo snel mogelijk met veel water, grondig verwijderd worden om schade tot een minimum te beperken.

Beton is een hard en oerdegelijk materiaal, desondanks moet u voorkomen dat er zware, harde of scherpe voorwerpen op het betonoppervlak vallen hetgeen kan leiden tot beschadigingen.

Let op! Lees voor het gebruik van een onderhoudsproduct altijd goed de gebruiksaanwijzing en test het preparaat altijd op een deel van de steen uit het zicht of op een losse tegel. Voor eventuele foutieve aanwendingen van deze producten kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld.

Hoe vaak reinigen?
De reinigingsfrequentie is vergelijkbaar met die van andere materialen. Er is geen algemene richtlijn te geven. Zo heeft de zichtbaarheid van vervuiling te maken met bijvoorbeeld glansgraad en de kleur van de plantenbak, de plaats van de plantenbak, onder de boom, in de schaduw etc. etc..